KWO boringen uitgevoerd.
Geothermische installaties zijn op dit moment een beetje het stiefkind van de hernieuwbare energie. Misschien omdat ze veel minder zichtbaar zijn dan windmolens, zonnepanelen, biomassacentrales of een waterkrachtcentrale? Het gebrek aan zichtbaarheid verbergt helaas ook dat geothermie interessante voordelen heeft.
Het begrip ‘warmtepomp’ is een vlag die al lang de lading niet meer dekt. Iedereen met een beetje kennis van zaken weet dat onder die benaming een wereld van verschil schuilgaat. De lucht-lucht en lucht-water warmtepompen zijn snel geplaatst en in een elegant jasje oogt het allemaal fraai, maar voor het echte werk, voor topprestaties zijn ze nu eenmaal niet in de wieg gelegd.
In gecontroleerde labo-omstandigheden geven ze weliswaar een mooie COP (coefficient of performance), maar in de praktijk is het de SPF die telt (seasonal performance factor). Bij een buitenlucht van -5°C op een energie-efficiënte manier verwarmen tot 22°C in de woning? Of bij een hittegolf van +35°C een energie-efficiënte koeling behalen tot 25°C? Dat is als een fietser achterwaarts bergop laten rijden…
De geothermische warmtepomp is van een ander kaliber. Via verticale aardsondes, gevuld met water, wordt de woning comfortabel verwarmd in de winter, gekoeld in de zomer én wordt alle sanitair warm water aangemaakt. Vijf maal méér energie wordt uit de aarde gehaald dan dat de pomp zelf verbruikt.
De bewezen SPF voor verwarming is 5, voor koeling 10 en voor aanmaak sanitair warm water 2. Dat kan perfect, omdat de grondtemperatuur, en dus ook die van het aangevoerde water, in zomer én winter 10 graden bedraagt. Je hoeft geen ingenieur te zijn om te weten dat je daarmee veel efficiënter kan verwarmen en zeker koelen.